BLOG: Gezonde producten voor gebouwen

by Eva Starmanns, C2C ExpoLAB

Soms is men in de veronderstelling dat als wordt voldaan aan het bouwbesluit en (inter)nationale regelgeving, dat dan een gebouw dan als gezond kan worden beschouwd en dat gebouwen en producten bijdragen aan een gezond binnenklimaat. Deze veronderstelling is onjuist!

Er zijn diverse stoffen die zorgen voor ongezonde offgassing en er zijn diverse stoffen toxisch, toch mogen deze toegepast mogen worden, mits binnen bepaalde grenzen. Ik vraag me af waarom je deze stoffen in je producten cq. gebouw wilt hebben ook al is het in minimale waardes? Denk bijvoorbeeld aan formaldehyde. In deze blog vanuit het Healthy Building Network hopen we u te inspireren om hier meer over te gaan nadenken, en denkwijzen mee te geven om in de toekomst meer weloverwogen materiaalkeuzes te maken.

1. Kies voor gezonde en veilige materialen

Kies voor producten die geen stoffen hebben welke zich kunnen ophopen in de biosfeer, of onomkeerbare negatieve effecten hebben op onze gezondheid; denk hierbij ook aan stoffen die gevaarlijk zijn bij verwijdering of  anpassingen.

Hoe kom ik erachter dat een product gezond en veilig is? Bijvoorbeeld te toetsen of het product niet beschikt over schadelijke stoffen. Zo heeft het C2C Products Innovation Institute een ‘banned list’ beschikbaar met stoffen die je per definitie niet zou moeten willen hebben in je product. Klik hier om deze lijst te bekijken. Misschien wel de makkelijkste manier om hierop in te spelen (als leek) is om te kiezen voor producten die een Cradle to Cradle  Certificaat. Klik hier om deze producten te bekijken. En hier heb ik alvast een directe link gemaakt voor de bouwproducten met dit certificaat. Een andere manier is om producenten zonder certificering te vragen of ze kunnen verklaren geen gebruik te maken van producten die voorkomen op de ‘banned list of chemicals’. Simpele vraag, maar uit ervaring blijkt dat veel leveranciers niet het antwoord hebben (of willen) geven.

Nieuwe materialen offgassen meer dan uit oude materialen. Je kunt er daarom voor kiezen om 2e hands te kopen, of je producten tijdelijk buiten te laten offgassen (dit heb ik met mijn babykamer gedaan, omdat ik geen gezond, betaalbaar en mooi alternatief kon vinden. Ik heb de babykamer daarom weken buiten onder het afdak gezet).

2. Natuurlijke materialen

Je kunt ook kiezen voor natuurlijke materialen. Zorg er wel voor dat deze dan geen ongezonde behandeling hebben ondergaan, waarbij er stoffen zijn toegevoegd die je juist niet in wilt hebben. Denk aan hout. Een natuurlijk materiaal, maar kan vluchtige stoffen bevatten als bij de behandeling formaldehyde is gebruikt Deze vluchtige stoffen komen vervolgens weer vrij tijdens gebruik en komen in ons binnenklimaat.

3. Gebruik geen afwerking

Helaas zijn er voor producten die moeten zorgen voor adhesie, nog niet altijd gezonde en veilige alternatieven voorhanden. Producten zoals lijm, kit of pur hebben ingrediënten die op de banned list staan. Het makkelijkste, en ook vanuit circulair oogpunt een optie, is om geen afwerking te kiezen. Zo voeg je geen schadelijke stoffen toe en kun je de primaire producten beter laten terugkeren in een kringloop. Voor een lijst met producten zoals  vloerlijm en verven die wel gezond en veilig zijn, kun je hier klikken.

Een voorbeeld van paragraaf 2 en 3 is stadskantoor Venlo, daar is op bepaalde plekken gekozen om het Pur te vervangen door klei. De afwerking in het gebouw is minimalistisch, waardoor het een mooie uitstraling krijgt en beter her te gebruiken is.

4.Producten met groen en planten

Naast dat producten zelf geen ongezonde ingrediënten moeten bevatten, kun je ook producten toepassen die juist een actieve positieve rol spelen in het binnenklimaat. Denk aan planten. Hiervoor verwijs ik graag naar mijn vorige blog. Planten hebben invloed op hoe je je voelt, geluid en de luchtkwaliteit. Of denk aan producten die geluid dempen. Geluid kan een grote stoorzender zijn op kantoor en thuis. Daarnaast heb je ook nog producten, zoals vloerbedekking, die fijnstof kunnen opvangen.

5.Denk na over hergebruik en of je de producten wel echt nodig hebt
Nieuwe producten kunnen last hebben van offgassing, oudere producten veel minder tot niet. Je kunt er dus ook voor kiezen om 2e hands producten te kopen. Ik vind het hier wel heel belangrijk om te vermelden dat het vaak moeilijk is bij 2e hand producten om na te gaan wat de ingrediënten zijn, is het wel gezond en veilig? Een bekend voorbeeld hiervan is het beton dat men wilde toepassen in het nieuwe stadskantoor van Venlo. Ze wilden graag het beton van het oude stadskantoor hergebruiken in het beton van het nieuwe stadskantoor. Helaas bleek na onderzoek hier veel schadelijke stoffen in te zitten, die er dus ook nog in de nieuwe situatie – bij hergebruik – uit zouden komen. Met de focus op het creëren van een gezond binnenklimaat, is voor deze optie dus bewust níet gekozen.

Conclusie
Tijdens een van mijn eerste materiaalkunde lessen op de TU/e gaf mijn docent aan dat je eigenlijk elk materiaal moest voelen, ruiken en proeven. Ik ben me steeds meer gaan realiseren wat de achtergrond van deze uitspraak is. Als je aan iets ruikt en het ruikt nieuw (denk aan nieuwe auto en vloerbedekking, of de geur in de goedkope discount winkels) dan is die geur meestal niet gezond. Deze producten offgassen (stoten vluchtige stoffen uit in de lucht die wij weer inademen). Zo raar is het dus niet om aan een product te ruiken.

Ik ben ervan overtuigd dat bewustwording het belangrijkste is, maar tevens ook het moeilijkste. Anders nadenken, veranderen en een nieuwe manier van kopen is moeilijk om in je systeem te krijgen en kost vaak tijd. Met deze blog richt ik me puur op materialen en producten, er zijn namelijk ook vele ontwerprichtingen die kunnen bijdragen aan gezondheid!

Vond je deze blog interessant? Dan denk ik dat meer blogs over wat je thuis kan doen aan een gezond binnenklimaat ook wat voor jou is. Klik hier om deze blogs te lezen:

Een gezond binnenklimaat thuis: Wat kun je zelf doen?

Healthy Homeoffice 1 – Hoe maak je thuis een gezonde werkplek?